“Dit regeerakkoord is cruciaal voor de toekomst van het zorglandschap in België, maar ook voor Brussel”, aldus Karel Van De Sompel. “Het akkoord bevat enkele zeer positieve elementen, zoals de bijzondere aandacht voor de sector van de geestelijke gezondheidszorg, een belangrijke uitdaging voor Brussel. Uiteraard moeten we ook rekening houden met de huidige realiteit, zoals de budgettaire context die besparingen vereist, en de demografische tendensen. Enerzijds vergrijst de bevolking, waardoor de zorgbehoeften toenemen en anderzijds krimpt de arbeidsmarkt, met slechts 80 werknemers om 100 vertrekkende werknemers te vervangen”.

Hervormingen zijn volgens Karel Van De Sompel dus essentieel: “De status quo is voor ons geen optie. Het is absoluut noodzakelijk om de zaken te hervormen. We zijn dan ook tevreden dat deze noodzaak in het regeerakkoord is opgenomen. Enerzijds hopen we dat bepaalde hervormingen er effectief zullen komen, zoals de hervorming van de ziekenhuisfinanciering en de nomenclatuur. Anderzijds komt de hervorming van het ziekenhuislandschap wel op gang, maar mogen we niet vergeten dat dit zeker meer dan één legislatuur zal vergen”.

Drie aandachtspunten voor de toekomstige hervormingen

In deze context identificeert Karel Van De Sompel drie belangrijke aandachtspunten.

“Ten eerste zullen er gezien de groeiende zorgbehoefte politieke keuzes gemaakt moeten worden.  Het Planbureau berekende dat een jaarlijkse groeinorm van 3,3% nodig is om aan deze toenemende noden te voldoen. De groeinorm voor deze legislatuur bedraagt echter slechts 2,4%. Bovendien zal deze norm ongetwijfeld ook maatregelen moeten dekken die genomen worden in het kader van een nieuw sociaal akkoord, zoals bijvoorbeeld maatregelen inzake cyberveiligheid.  De politiek zal dus keuzes moeten maken om aan de behoeften van de sector te voldoen,” legt Karel uit.

Ten tweede heeft de regering een ambitieuze agenda opgesteld voor de hervorming van de ziekenhuisfinanciering en de nomenclatuur. “Ons belangrijkste aandachtspunt op dit vlak is overleg. Om resultaten te bereiken moet er voldoende overleg zijn met de spelers op het terrein. Alle betrokken partijen zullen met een open en constructieve geest aan de besprekingen moeten deelnemen, zodat we samen vooruitgang boeken voor deze hervormingen”, aldus Karel Van De Sompel.

Ten derde wil hij de aandacht vestigen op het feit dat de hervorming van het ziekenhuislandschap voldoende rekening moet houden met de specifieke kenmerken van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest als metropool. Onze hoofdstad heeft haar eigen uitdagingen en antwoorden, die aangepast moeten zijn aan de realiteit op het terrein.

Een Brusselse regering is dus meer dan nodig

Karel Van De Sompel besluit: “Als federatie wil GIBBIS een constructieve gesprekspartner zijn in de discussies die zullen uitmonden in al deze hervormingen. We willen dat onze stem wordt gehoord. Toch is er nog een onbekende factor, en geen onbelangrijke: hoe zit het met de Brusselse regering? De tijd dringt voor Brussel om volwaardig vertegenwoordigd te zijn in het nieuwe beleid dat stilaan vorm krijgt”.

---